Moet het leven vliegen of fladderen?

Fladderen

Het is zomer. En daar zit je dan. Prinsheerlijk te genieten op een zonnig plekje in de tuin of op het terras, tussen de zoet geurende rozen, geraniums, lavendel en petunia’s. De vlijtige bijen zoemen en de fleurige vlinders en het leven fladderen in die hemelse momenten vredig voorbij…. Of zit je uitgeteld bij te komen van al het rennen en vliegen van afgelopen maanden. Suizen je oren nog na en malen de gedachten over strakke deadlines en een overvolle agenda nog eindeloos rond in je kopzware hoofd. De spanning zit onwrikbaar vast in je pijnlijke nek en genieten lukt niet, nog niet… Het is bijzonder dat ‘fladderen’ iets lijkt te hebben van ‘het leven luchtig opvatten’ of ‘zorgeloos’. En ‘vliegen’ iets lijkt op te roepen van ‘snelheid’, soms zelfs ‘haast’. Bijzondere woorden zijn het. Woorden. Gedachten. En het is maar net welke associatie je ermee hebt. Vogels vliegen, maar fladderen soms ook. En vlinders fladderen, maar dat fladderen is ook een vorm van vliegen… Ze fladderen overigens niet de hele tijd zomaar wat in het rond. Ze leven vrij kort (van een paar weken tot een jaar) en eigenlijk zou je kunnen stellen dat ze ‘haast’ hebben, want in korte tijd hebben ze veel te doen. Soms zijn dingen anders dan je denkt en levert (beter) kijken/luisteren/onderzoeken je nieuwe inzichten op.

Dus of het leven moet vliegen of fladderen? Het kan en mag allebeide denk ik. Het leven kan/moet nu eens vliegen, dan weer fladderen. Voor de een zal het wat meer vliegen, voor de ander fladderen. Nuttige (?!) suggestie: laat het af en toe eens heerlijk fladderen en geniet van een ijsje, een bakje verse aardbeien of koel/warm drankje (naar keuze !). Proost!